De motor en versnellingsbak zijn vorige week tijdelijk ingebouwd in de auto. Dat wil zeggen het kale onderblok, omdat daar het motornummer in staat, en de bak, die compleet is. 

Van tevoren heb ik de bak even open gemaakt (bovendeksel eraf gehaald) aangezien ik nieuwsgierig was naar de staat. De Toploader staat bekend als een robuuste, zwaar uitgevoerde bak die veel kan hebben. Dit exemplaar maakt dat grotendeels waar. Het enige dat zichtbaar was zijn de vingers op het tweede versnellingstandwiel die afgesleten zijn. Dit is veroorzaakt doordat de schakelmof en tandwiel tijdens inschakelen van de twee niet goed “uitgelijnd” zijn geweest. Dat wil zeggen dat de rotatiesnelheden van mof en tandwiel verschillend zijn geweest op het moment van contact tussen mof en vingers op het tandwiel. Normaal gesproken zorgt de synchroring van de betreffende versnelling ervoor dat deze snelheden exact gelijk zijn vóór aangrijpen van de mof op het tandwiel. Bij oudere bakken komt het voor dat van versnellingen die veel gebruikt worden tijdens terugschakelen de synchromesh zover slijt dat de ring het tandwiel niet meer op tijd op snelheid brengt. Daardoor hoor je een krakend geluid tijdens terugschakelen, veroorzaakt door het langs de uitsparingen in de schakelmof glijden van de vingers op het tandwiel. Dit wordt steeds erger als er niets aan gedaan wordt, waardoor de afgesleten vingers ontstaan.

Verder zag de bak er netjes uit van binnen. Geen slijtage aan tandflanken enz. De bak schakelt ook goed, dus ga ik alleen tweede versnellingstandwiel en synchroring vervangen, naast de standaard revisie van vervangen van lagers en afdichtingen, en het omwisselen van de huidige prise-as voor een small block voor een dikkere prise-as voor een big block.

Maar eerst volgende week vrijdag naar de RDW voor een vooronderzoek, waarvoor ik tijdelijk het onderblok en de bak in de auto heb gemonteerd.

Hierbij worden nummers van carrosserie, bak en motor opgenomen door de RDW, waar nodig labels geplaatst die tijdens restauratie moeten blijven zitten. Eventueel slaat men het chassisnummer nog een keer in. Met name bij auto’s uit de jaren 60 en ouder, waarbij alleen een aluminium plaatje ergens op de carrosserie gepopnageld zit/zat, wordt dit gedaan om de traceerbaarheid van de carrosserie te verbeteren, voor als het plaatje tijdens restauratie of op een andere manier verwijderd wordt van de carrosserie. Bij mijn Mustang is het plaatje ook verwijderd, maar gelukkig staat bij deze auto’s het VIN ook nog ingeslagen op het linker binnenscherm in de motorruimte.

Door middel van de labels kan de auto na restauratie eenvoudig herkend worden en kan er een kenteken afgegeven worden.